Adelmo Fornaciari werd in 1955 in Reggio Emilia geboren. Zijn bijnaam Zucchero kreeg hij al snel van een leerkracht in de lagere school. Hij gaf zijn studies diergeneeskunde op om zijn kans te wagen in de muziek. Vanaf 1968 tot eind jaren ’70 speelde hij in verscheidene groepjes, maar zonder succes. In 1981 won hij, ex aequo met Fiordaliso, het Castrocaro-festival, een belangrijke talentenjacht, wat hem in 1982 naar San Remo leidde. Daar eindigde hij helemaal onderaan, maar hij had ook een paar nummers voor andere artiesten geschreven en met zijn ‘Volevo dirti’ werd Donatella Milani wel tweede. Het jaar nadien probeerde hij het opnieuw, maar eindigde hij weer helemaal onderaan. Teleurgesteld trok hij naar San Francisco, waar hij zich meer richtte op Amerikaanse muziek, blues en soul. Met twee tamelijk geflopte albums op zak nam hij in 1985 weer deel aan San Remo. Helaas werd ook ‘Donne’ voorlaatste, maar het werd wel een bescheiden hit. Gesterkt door het beginnende succes presenteerde hij zich ook in 1986 voor de laatste keer op San Remo. Zijn ‘Canzone triste’ werd weer voorlaatste, maar door zijn nieuwe stijl en een samenwerking met Gino Paoli brak hij wel door met het begeleidende album ‘Rispetto’.
…teleurgesteld trok hij naar San Francisco, waar hij zich meer richtte op Amerikaanse muziek, blues en soul…
De definitieve doorbaak kwam er een jaar later met het album ‘Blue’s’, de bestverkochte plaat van 1987. Het bevatte o.a. de megahit ‘Senza una donna’, een tegenover de rest van het album behoorlijk atypisch nummer. Hoewel hij, na lang ploegen, professioneel eindelijk het geluk had gevonden, liep zijn eerste huwelijk stuk. Daaruit had hij ook twee dochters, waarvan Irene, de jongste, ook zangeres werd. In ‘Senza una donna’ leek Zucchero zijn verdriet te willen minimaliseren door te zeggen dat je ook fijn alleen kan leven. Hij kwam echter wel in een depressie terecht. Daarna reeg hij de successen aan elkaar. Hij trok de wereld rond, stond in 1990 in het voorprogramma van Eric Clapton en bracht Engelstalige nummers van zijn Italiaanse hits uit. Zo werd ‘Senza una donna’ in 1991 een zeer grote Europese hit, in duet met Paul Young, ook bij ons goed voor twee weken op de eerste plaats.




Hij was de eerste westerse artiest die na de val van de Berlijnse Muur in het Kremlin optrad, hij stond in de Londense Royal Albert Hall en op diversie edities van ‘Night Of The Proms’. In 1992 nam hij in duet met Luciano Pavarotti ‘Miserere’ op voor het gelijknamige album, waarop Giorgia voor het eerst aantrad als koorzangeres en waarbij hij de jonge Andrea Bocelli lanceerde. Twee jaar later schreef hij ‘Il mare calmo della sera’, waarmee de jonge tenor de nieuwe artiestensectie van San Remo won. Hij werkte samen met Miles Davis, Sting, The Blues Brothers, Bono, John Lee Hooker, Mina, Nomadi, Alejandro Sanz, Antonello Venditti en Joe Cocker, die hij als zijn grote voorbeeld beschouwde. Hij werkte ook met Ray Charles, die over hem zei dat hij een van de beste bluesartiesten was met wie hij ooit had gewerkt. In 2001 schreef hij samen met Elisa haar winnende San Remo-nummer ‘Luce (tramonti a nord est)’ en ook ‘Di sole e d’azzurro’, waarmee Giorgia tweede werd.



…hij werd genomineerd voor een Grammy, schreef het record aantal concerten in de Arena van Verona op zijn naam en gaf in Cuba, na The Rolling Stones, het grootste optreden ooit…
Zijn vriend Brian May vroeg hem om Freddie Mercury te vervangen, toen Queen vijftien jaar na diens overlijden op zoek was naar een nieuwe zanger voor de band. Zucchero voelde zich gevleid, maar weigerde. Met het album ‘Fly’ ging hij in 2006 een andere richting uit, met meer ballads en popnummers. Hij werd genomineerd voor een Grammy, schreef het record aantal concerten in de Arena van Verona op zijn naam en gaf in Cuba, na The Rolling Stones, het grootste optreden ooit. In 2014 ging hij op tournee in Amerika, met als uitschieter een concert in Madison Square Garden waar hij Sting, Elisa, Maná en Jovanotti als gasten ontving. Hij werkte mee aan eerbetonen voor Lucio Dalla, Fabrizio De André en Francesco Guccini en in 2018 ontving hij de Tengo Lifetime Achievement Award. Ondertussen woont hij met zijn tweede vrouw, met wie hij ook nog een zoon kreeg, op een boerderij in Pontremol en is hij erevoorzitter van zijn favoriete voetbalclub Reggiana.



Andere toppers van Zucchero:
* Diamante (1989) (beroemde ballad over Diamante, de grootmoeder van Zucchero. Francesco De Gregori schreef de tekst, omdat Zucchero wilde voorkomen dat het te melig en te persoonlijk zou worden. Hij wilde een tekst over zijn jeugdjaren op het platteland, in alle transparantie, met een vleugje hoop. In duet met Randy Crawford werd het in 1992 bij ons een top 10-hit. Het album ‘Oro, incenso & birra’, met ook de latere hit ‘A wonderful world’, met Eric Clapton op gitaar, was gedurende acht jaar het wereldwijd bestverkochte Italiaanse album aller tijden, tot ‘Romanza’ van Andrea Bocelli in 1997 dat record brak.)
* Il volo (uit ‘Spirito di vino’, het bestverkochte album van 1995. De single haalde ook bij ons de top 5 en deed het nog beter in Wallonië en Frankrijk. Later nam hij de song ook met Ronan Keating op. Zucchero’s teksten gaan vaak over liefde, vriendschap, persoonlijke problemen en het dagelijkse leven, met extra aandacht voor zijn boerenafkomst. Kenmerkend zijn ook zijn neologismen. Hij laat vaak Italiaanse en Engelse woorden samensmelten, constant op zoek naar woorden, die dezelfde klank en betekenis in beide talen hebben. Zelf noemt hij zijn Engels ‘Macaronisch’ Engels.)
* Baila (sexy thing) (2001) (dikke nummer 1-hit uit ‘Shake’, dat een van de bestverkochte albums van het jaar was. Het nummer scoorde ook bij ons en in andere Europese landen. Vijf jaar later werd de versie met de Mexicaanse groep Maná opgenomen in de Franse film ‘Les Bronzés 3’ en werd het in Frankrijk en Wallonië een top 3-hit.)
* Quale senso abbiamo noi (2013) (lead-single van het live-album ‘Una rosa blanca’. De tekst is bedoeld als kritiek op mensen, die menen de absolute waarheid in pacht te hebben in gesprekken over de zin van het bestaan. Zucchero beweerde altijd dat hij niet in politiek geïnteresseerd was en ook nooit ging stemmen. Het hield hem niet tegen om zijn mening te uiten over bepaalde maatschappelijke kwesties en vaak mee te werken aan initiatieven voor het goede doel. In de muziek van dit nummer zijn stukjes van Johan Sebastian Bach verwerkt. De clip werd opgenomen op zijn landgoed ‘Lunisiana Soul’ in Pontremoli.)
* Ci si arrende (2016) (Op dit lied uit nummer 1-album ‘Black cat’ wordt hij begeleid door Mark Knopfler. Zucchero beeldt zich in dat hij zijn eerste liefde op het platteland opnieuw ontmoet en moet bekennen dat hij niet meer de gevoelens van weleer heeft, omdat de puurheid en de onschuld van zijn jeugd zijn verdwenen. Zucchero maakte daarna ook een Engelse versie met Bono.)




Extra clips: