De in 1951 in Rome geboren Claudio Baglioni had al twee niet erg succesvolle albums uitgebracht bij Sony, toen hij de ultieme kans voor een derde plaat kreeg en met dit nummer en de gelijknamige LP, het eerste Italiaanse conceptalbum, op de proppen kwam. Het werd zijn grote doorbraak. Hij stond zes weken op nummer 1 in Italië en vanaf dat moment was hij niet meer weg te slaan uit de charts en werd hij een echt icoon in de Italiaanse popgeschiedenis. Nog steeds maakt hij succesvolle platen, treedt hij op en wordt hij op handen gedragen door het publiek. 

…was hij niet meer weg te slaan uit de charts en werd hij een echt icoon in de Italiaanse popgeschiedenis…

Baglioni bracht een groot stuk van zijn jeugd in Ficulle, Umbrië, door, de geboorteplaats van zijn ouders. Hij begon op zijn dertiende deel te nemen aan talentenjachten en leerde zichzelf op gitaar nummers van Fabrizo De André spelen. In de helft van de jaren ’60 droeg hij zwarte coltruien, een dikke donkere bril en liet hij zich voor zijn nummers inspireren door Edgar Allan Poe. Daardoor noemden zijn vrienden hem ‘de Pijn’. Tijdens de late jaren ’60 onderscheidde hij zich van collega’s als Edoardo Bennato, Fabrizio De André, Francesco Guccini en Antonello Venditti, door niet te zingen over de sociale veranderingen, maar eerder de kaart van het romantische, gekwelde lied te trekken. 

De singer-songwriter is ook de man van de records. Hij was de eerste artiest die grote stadiontournees ondernam en met 1 miljoen verkochte tickets in 1982 een record op zijn naam schreef, net als het record van het hoogste aantal toeschouwers tijdens één concert. Het album dat hij in 1985 uitbracht, ‘La vita e’ adesso: il sogno e’ sempre’, is het bestverkochte album aller tijden in Italië. In 1991 riep het Amerikaanse Billboard zijn tournee van dat jaar uit tot het beste concert van het jaar ter wereld, omwille van het innovatieve concept waarbij hij met zijn band op een centraal podium stond dat in alle richtingen kon draaien. Hij gaf ook als enige een groot optreden op het Sint-Pietersplein in Rome en trad als eerste Italiaan op in het Europees Parlement in Brussel. In 2018 en 2019 nam hij de artistieke leiding van het festival van San Remo op zich, waarna de kijkcijfers nog verder de hoogte ingingen. Vreemd genoeg is hij zowat de enige bekende artiest die nooit zelf deelnam aan het festival.

…de singer-songwriter is ook de man van de records…

Claudio’s stembereik van drie octaven sloeg ook aan in Spanje. In 2015 ondernam hij een uitgebreide tournee met Gianni Morandi. Op hun ‘Capitani coraggiosi’-tour zongen ze samen hun grote hits. De media smulde van de unieke samenwerking en wijdde er tal van radio- en tv-uitzendingen aan. De twee laatste concerten in Rome, waar o.a. Elisa en Emma Marrone te gast waren, werden live uitgezonden op Rai 1. Ook het daarna uitgebrachte live-album was een voltreffer.

Het nummer ‘Questo piccolo grande amore’ vertelt het liefdesverhaal met zijn toenmalige vriendin Paola Massari, met wie hij later in het geheim trouwde. In het begin waren er problemen met de tekst. In het nummer gaat het ook over de eerste seksuele beleving van een jong koppel en de woorden ‘essere nudi’ en ‘cose proibite’ moesten worden vervangen door ‘essere soli’ en ‘le scarpe bagnate’ (‘natte schoenen’, het nummer speelt zich immers aan zee af, wat je ook goed hoort in het begin). Gelukkig gold dat alleen voor de single, op het album bleef de originele tekst wel overeind. In 1985 werd dit nummer in Italië officieel uitgeroepen tot h beste nummer van de eeuw!

in 1985 werd dit nummer in Italië officieel uitgeroepen tot het beste nummer van de eeuw!


Andere toppers van Claudio Baglioni:

Signora Lia (1970) (eerste single met een dubbele a-kant, die wel werd opgemerkt, maar een beperkt succes kende. Na zijn grote doorbraak groeide het nummer uit tot een echte klassieker, net als ‘Una favola blu’, het nummer op de andere a-kant. In afwachting van de grote doorbraak in 1972 schreef hij ook nummers voor o.a. Mia Martini en Rita Pavone.) 

*  Amore bello (1973) (leadsingle van ‘Gira che ti rigira amore bello’, de opvolger van ‘Questo piccolo grande amore’. Dit was opnieuw een conceptplaat waarop het verhaal wordt verteld van Claudio die met zijn Camilla (een gele Citroën 2CV) op reis door Italië trekt. De hoes van de plaat werd iconisch. Claudio zit er in zijn jeans op de Camilla, met keizerlijk Rome op de achtergrond. Naast de superhit ‘Amore bello’ werd ook ‘Io no me andrei’ een klassieker.

E tu (1974) (9 weken nummer 1, grootste hit van 1974 en winnaar van Festivalbar, jaarlijks muziekfestival in de zomer. Deze samenwerking met Vangelis wordt beschouwd als één van de mooiste Italiaanse liefdesliedjes. Oorspronkelijk was het de bedoeling dat het gelijknamige album een rockmusical zou worden, gebaseerd op het (oud-Griekse) epos ‘de Odyssee’, maar daar kwam Claudio van terug.) 

Sabato pomeriggio (1975) (grootste hit van het jaar. Het nummer gaat over het triestige afscheid tussen twee ex-geliefden en maakte van Baglioni nog meer dan voordien de geliefde protagonist van ballades vol emotie en liefdesverdriet.) 

Strada facendo (1981) (titelnummer uit het gelijknamige, bestverkochte album van het jaar. Hiermee sloeg hij een iets andere richting in, meer beïnvloed door de Angelsaksische pop/rock van dat moment, waardoor hij een nieuw, jonger publiek aansprak en hij de generaties kon overstijgen. 25 jaar later werd de single ook nog met succes gecoverd door Laura Pausini.) 

…hiermee sloeg hij een iets andere richting in, meer beïnvloed door de Angelsaksische pop/rock van dat moment, waardoor hij een nieuw, jonger publiek aansprak en hij de generaties kon overstijgen…

Avrai (1982) (heel grote hit, speciaal geschreven voor zijn zoon Giovanni die dat jaar werd geboren. Hij nam het nummer op in Londen, in de studio waar ook Paul McCartney aan het werk was en die even een middagpauze nam…) video live SR 2018 met Laura Pausini 


Extra clips: