Het festival van San Remo ging van start in 1951, vijf jaar voor het Eurovisiesongfestival dat een Europees antwoord was op het succes van het Italiaanse festival. Al vanaf de start leverde het festival van het Italiaanse lied jaar na jaar een resem Italiaanse hits op die zeker in de beginjaren ook vaak in het buitenland bekend werden. Eigenlijk kan je bijna stellen dat pakweg de helft van de Italiaanse hits die we hier kennen, een link met het festival hebben, terwijl bijna alle belangrijke Italiaanse artiesten er hun carrière startten of op een bepaald moment deelnamen. Eind jaren ’70 ging het even wat minder met het festival maar vanaf 1980 was het weer een kijkcijfersucces en zeker 1981 wordt gezien als één van de belangrijkste edities met tal van grote hits.

…1981 wordt gezien als één van de belangrijkste edities met tal van grote hits…

Alice, bij ons bekend van haar songfestivaldeelname met Franco Battiato in 1984 (‘I treni di Tozeur’, een hit in de Benelux en top 3 in Italië, waar in die jaren de songfestivalhits eerder uitzonderlijk waren), won het festival met het mooie ‘Per Elisa’. Het werd een grote hit, instant classic en haalde ook in Duitsland de top 20 en zelfs de top 5 in Oostenrijk en Zwitserland. Alice begon haar carrière dik tien jaar eerder onder haar echte naam Carla Bissi. De doorbraak kwam er niet en toen ze half jaren ’70 verderging als Alice, lukte het ook nog niet meteen.

 
Op het einde van het decennium werd ze voorgesteld aan Franco Battiato, die toen zelf nog niet was doorgebroken. Hij schreef ‘Il vento caldo dell’estate’ voor haar, een top 10-hit en meteen ook haar ticket voor een San Remo-deelname. Het nummer was destijds zeer atypisch voor het festival, een beetje moeilijker en alternatiever, maar het werkte. Vanaf dan bleven ze ook samenwerken en Franco Battiato zou later dat jaar zelf doorbreken en van zijn album ‘La voce del padrone’ meer dan een miljoen exemplaren verkopen in Italië, een nieuw record. Sommigen zagen in de tekst van ‘Per Elisa’, dat het verhaal van een klassieke driehoeksverhouding vertelt, vreemd genoeg ook een nummer dat over drugsverslaving gaat. Dat werd door beide artiesten echter steeds ontkend…

…Franco Battiato zou later dat jaar zelf doorbreken en van zijn album ‘La voce del padrone’ meer dan een miljoen exemplaren verkopen in Italië, een nieuw record…

Alice begon meer zelf te schrijven, scoorde nog een aantal hits en brengt af en toe nog nieuw werk uit. Franco Battiato begon al in de jaren ‘60 en ging in de jaren ’70 veel experimenteren met elektronische muziek, progressieve rock, wereldmuziek en zelfs opera. Vanaf zijn grote doorbraak in 1981 werd hij een van de populairste singer-songwriters. Geroemd om zijn unieke geluid en niet het minst zijn teksten met vaak verwijzingen naar filosofie, religie en esoterie kreeg hij de bijnaam Il Maestro’. 

…geroemd om zijn unieke geluid en niet het minst zijn teksten met vaak verwijzingen naar filosofie, religie en esoterie kreeg hij de bijnaam ‘Il Maestro’…

Hoewel hij altijd in Milaan had gewoond, vertoefde hij niet graag in het mondaine leven en verhuisde hij later naar Sicilië, waar zijn voorouders vandaan kwamen. Hij wilde niet echt met politiek bezig zijn, maar toch liet hij zich in 2012 overhalen om voor Sicilië als regionale minister van Cultuur, Sport en Toerisme aan de slag te gaan, waarvoor hij geen vergoeding wilde. Het duurde echter niet lang, want na een half jaar werd hij ontslagen nadat hij had verkondigd dat er hoeren in het parlement zaten, waarmee hij het over Italiaanse parlementairen had die zich niet voor het algemeen belang inzetten. Hij werd ook bekend als schilder en trok zich in 2017, na o.a. een gastoptreden bij een concert van zijn vriend Renato Zero, terug wegens ziekte. In 2021 overleed hij.


Andere toppers van Franco Battiato: 

Cuccurucucù (1981) (een nog steeds heel geliefd nummer waarin Battiato het bekende refrein ‘Cucurrucucù paloma’ van Tomas Méndez citeert en hij aan een resem hits van The Beatles, The Rolling Stones, Nicola Di Bari, Mina, Milva, Bob Dylan en zelfs Chubby Checker refereert. In 2014 bracht Arisa een geslaagde cover van het nummer op San Remo.)

Centro di gravità permanente (1981) (net als ‘Cuccurucucù’ afkomstig uit ‘La voce del padrone’, met zijn vijftien weken nummer 1, het bestverkochte album van 1982. Het nummer werd een van zijn bekendste hits en maakte op dat moment van Battiato een van de grootste Italiaanse popsterren, op handen gedragen door het publiek en met ongeloof maar respect geapprecieerd door de critici. Battiato toonde zich vaak ironisch en ongrijpbaar, en ook zijn televisieoptredens waren gedenkwaardig, waarbij hij zich vaak in een lange jas en sandalen presenteerde. Ook de videoclip van dit nummer werd cult en geldt als hoogtepunt in de Italiaanse videografie.)

E ti vengo a cercare (1988) (Na het maken van operamuziek had Battiato een aantal nummers klaar die niet in de opera pasten en besloot hij terug een popalbum te maken. ‘Fisiognomica’ werd een introspectief album, gericht op spiritualiteit, dat ook in zijn latere werk een belangrijk thema bleef. ‘E ti vengo a cercare’ was de belangrijkste hit uit het zeer succesvolle album.)

La cura (1996) (zijn grootste hit, die in Italië de prijs voor ‘beste lied van het jaar’ kreeg. Het is één van de zeldzame liedjes van Battiato over de liefde. Heel bijzonder is ook dat hij de rollen omdraait en het lied vanuit de andere persoon, de geliefde, zingt.)


Extra clips: