Ornella Vanoni werd in 1934 geboren in Milaan. Ze is één van de artiesten met de langstlopende carrières, waarin ze veel platen verkocht, acteerde, veel optrad, prijzen won, een graag geziene tv-persoonlijkheid was en een icoon werd.


In 1953 schreef ze zich in voor een opleiding aan het Piccolo Teatro waar ze artistiek leider Giorgio Strehler imponeerde met haar eigen stijl van zingen en performen. Onder zijn impuls ging ze zich specialiseren in het zingen van nummers in het dialect, muziek van Berthold Brecht, Kurt Weill, Jacques Brel, en vooral nummers die over de misdaad, het verzet en de maffia gingen. Zo kreeg ze de naam ‘Cantante della mala’ (‘zangeres van de onderwereld’). De nummers en haar interpretatie ervan waren perfect voor het theater, maar raakten niet door de strengere censuur van de tv.
Ze wilde weg uit dat straatje zonder eind en gaf haar carrière na haar ontmoeting met singer-songwriter Gino Paoli een andere wending. Hij hield van haar elegante stijl en haar aparte, een beetje nasale, maar krachtige stem. Al snel begonnen de twee een korte, stormachtige liefdesrelatie en schreef Gino ‘Senza fine’ voor haar, haar grote doorbraak en nummer 1-hit eind 1961. Daarna bleven ze nog vaak samenwerken. In die beginperiode zong ze ook een aantal nummers van Luigi Tenco. In 1972 werd de Club Tenco opgericht in San Remo, met de bedoeling artiesten te ondersteunen die zich net als Luigi Tenco tot doel stelden het songschrijven naar een hoger artistiek niveau te tillen, met meer poëtisch realisme. Sinds 1974 reikt Club Tenco ook de prestigieuze Tenco awards uit aan (veelal) Italiaanse singer-songwriters en uitvoerders die veel hebben betekend voor de muziek als cultuuruiting. Ornella Vanoni kreeg beide prijzen in 1981.



…en vooral nummers die over de misdaad, het verzet en de maffia gingen. Zo kreeg ze de naam ‘Cantante della mala’ (‘zangeres van de onderwereld’)…
Vanaf 1965 nam ze vijf jaar op rij deel aan San Remo, waar ze twee keer tweede werd. Daarna keerde ze terug naar het festival in 1989, 1998 en zelfs nog op haar 84ste in 2018. In 1970 bracht ze ‘L’appuntamento’ uit, een nummer van de Braziliaanse grootheden Erasmo Carlos en Roberto Carlos, voor haar vertaald door Bruno Lauzi. Het nummer stond een half jaar in de Italiaanse hitparade en werd de grootste hit van haar carrière. In 2006 beleefde het een heuse revival toen het werd ogenomen in de Amerikaanse film ‘Ocean’s Twelve’. Ze ging heel succesvol experimenteren met Braziliaanse bossanova, jazz en ook moderne pop – en disco-invloeden. Het album ‘La voglia, la pazzia, l’incoscienza, l’allegria’, dat ze in 1976 met Vinicius de Morales en Toquinho maakte, geldt nog steeds als een meesterwerk.
In de jaren ’80 ging ze veel zelf schrijven, terwijl ook belangrijke artiesten als Fabrizio De André, Riccardo Cocciante, Sergio Bardotti, Renato Zero en Paolo Conte nummers voor haar bleven maken. In 1985 nam ze een duettenalbum met Gino Paoli op, waarna beide vrienden ook samen op tournee trokken. Dat deden ze nog eens met veel succes over op hun 70ste verjaardag in 2004. In 1999 was ze ook de eerste artiest die de dan in het leven geroepen Lifetime Achievement Award op San Remo kreeg.
Om haar 50-jarige carrière te vieren bracht ze in 2008 het album ‘Più di me’ uit, met duetten van haar belangrijkste nummers, samen met haar Italiaanse collega’s. O.a. Mina, Gianni Morandi, Claudio Baglioni, Lucio Dalla, Giusy Ferreri en Fiorella Mannoia tekenden present en de single ‘Solo in vole’, met Eros Ramazzotti, haalde de top 3 in Italië. De dag nadien trad ze voor 35.000 man op op Piazza del Duomo in Milaan. Een jaar later volgde ook nog ‘Più di te’, waarin ze vooral de voor haar belangrijkste componisten wilde eren en waarop ze ook een aantal duetten bracht met o.a. Gianna Nannini, Gianni Morandi en Lucio Dalla. Onvermoeibaar als ze lijkt, blijft ze ondertussen nog regelmatig platen maken, in films spelen en optreden.





Andere toppers van Ornella Vanoni:
* Una ragione di più (1969) (één van haar grootste hits en het eerste nummer waarvoor ze ook zelf aan de tekst meeschreef)
* Eternità (1970) (vierde plaats op San Remo, waar ook de groep Camaleonti het nummer zong. Beide artiesten scoorden er een grote hit mee.)
* Domani è un altro giorno (1971) (cover van Tammy Wynette, maar in Italië een superhit geworden voor Ornella Vanoni, als themanummer van de film met Alain Delon: ‘La prima notte di quiete’)
* Dettagli (1973) (opnieuw een heel succesvolle Italiaanse bewerking door Bruno Lauzi van een Braziliaanse hit van Erasmo Carlos en Roberto Carlos)



Singer-songwriter Gino Paoli brak in 1960 door met ‘Il cielo in una stanza’. Hij scoorde er zelf mee, maar ook Mina nam het nummer toen op en dat werd één van de grootste Italiaanse hits aller tijden, met zelfs even een notering in de Amerikaanse hitparade. Gino scoorde vooral in de jaren’60 veel hits en nam ook een aantal keer deel aan San Remo, voor het laatst in 2003. Zijn grootste solohit scoorde hij in 1963 met de nummer 1 ’Sapore di sale’, met een arrangement van Ennio Morricone. Op dat moment had hij een buitenechtelijke relatie met de jonge actrice Stefania Sandrelli, met wie hij toen ook een dochter kreeg. De Italiaanse (roddel)pers smulde toen van het schandaal. Net als zijn vriend Luigi Tenco en Fabrizio De André groeide hij in Genua op, waar ze samen deel uitmaakten van de zogenoemde Genuese scene.


Extra clips: