
Lucio Battisti geldt als de allergrootste en meest invloedrijke artiest uit de Italiaanse muziekgeschiedenis. Veel van zijn nummers zitten in het collectief geheugen gegrift en dat is sinds zijn overlijden aan kanker in 1998, op 55-jarige leeftijd, alleen maar toegenomen.
Hij begon in de jaren ’60 met het schrijven van muziek voor anderen, die er vaak ook grote hits mee scoorden, zoals ’29 settembre’, een nummer 1 voor de popgroep Equipe 84 in 1967. Hij werkte toen ook graag voor Engelstalige artiesten en zat veel in het buitenland. Toen hij in Milaan belandde, werd hij ontdekt door een platenfirma en kwam hij in contact met Mogol, een bekende tekstschrijver die bijv. ook al ‘Una lacrima sul viso’ voor Bobby Solo had geschreven. Na een tijdje zag Mogol het immense talent van Battisti en gingen ze samenwerken. Battisti schreef de muziek en Mogol de teksten. Mogol drong er bij de platenfirma op aan Battisti ook als zanger te lanceren. Die ging overstag en na een paar kleine successen nam hij eenmalig deel aan San Remo in 1969, met ‘Un’avventura’, waarna hij bekender werd.
…geldt als de allergrootste en meest invloedrijke artiest uit de Italiaanse muziekgeschiedenis…
Vervolgens bracht hij ‘Acqua azzurra, acqua chiara’ uit, zijn grote doorbraak in 1969, waarmee hij Festivalbar won. Vanaf dan was er geen stoppen meer aan. Het jaar nadien won hij Festivalbar opnieuw, hij scoorde 13 nummer 1-hits in de jaren ’70 en ook 13 studioalbums behaalden de eerste plaats in de charts. De samenwerking met Mogol verliep perfect, maar in 1981 zetten ze er een punt achter. Ruzie hadden ze niet, maar ze wilden elk een andere richting uit met hun muziek. Mogol wilde eerder op dezelfde lijn verdergaan, maar Battisti wilde meer vernieuwen en experimenteren. Al vanaf het begin was hij een voorloper, introduceerde hij pop en rock in de traditionele Italiaanse melodiestijl en voegde hij later ook invloeden uit wereldmuziek, disco en elektronische muziek toe. Mogol ging daarna vooral voor Riccardo Cocciante schrijven.



Optreden heeft Battisti nauwelijks gedaan. Hij was erg verlegen en vond dat zijn muziek voor zich moest spreken. Hij was veel liever in de studio bezig. Hij was wel soms te gast in tv-programma’s, maar met de pers kreeg hij een zeer moeilijke verstandhouding. Hij wou nauwelijks interviews geven, met als gevolg dat hij werd opgejaagd door de pers, met de geboorte van zijn zoon in 1973 als dieptepunt. Vanaf eind jaren ’70 wou hij geen interviews meer geven en een beetje later in de jaren ’80 ging hij niet meer naar de tv-studio’s.
Ook met de platenfirma’s boterde het al snel niet. Toen hij doorbrak, begon het label, ook tot groot ongenoegen van Mogol, meteen heel zijn oudere repertoire uit te melken. Daarom startten de heren samen hun eigen label Numero Uno, waarvoor Battisti ook zelf begon op te nemen toen zijn contract met zijn eerste firma twee jaar later afliep. De rechten van al zijn muziek kwamen later bij Sony terecht en het heeft heel lang geduurd voor Battisti op Spotify verscheen. Toen het eindelijk zover was, was dat in Italië groot nieuws en brak meteen zijn hele catalogus records. Een kleine door de Italianen ontdekte planeet werd ‘9115 Battisti’ naar hem genoemd. Nog steeds wordt hij gecoverd en geëerd door zowat de hele Italiaanse muziekscene. Hij kreeg ook veel lof van Engelstalige artiesten. Zo coverde David Bowie nummers van Battisti en noemde hij hem niet alleen de beste Italiaanse artiest, maar samen met Lou Reed ook de beste zanger tout court. Ook de Mogol-teksten zijn zo bekend dat heel wat zinnen uit de liedjes als vaste uitdrukkingen de Italiaanse taal zijn binnengeslopen.



Toppers van Lucio Battisti:
* Acqua azzurra, acqua chiara (1969) (Nadat hij dat jaar op San Remo was opgevallen als verlegen, maar van zelfvertrouwen blakende artiest, met een heel apart stemgeluid, een witte foulard afstekend tegen zijn strakke zwarte pak en zwarte krullenkop, maar met vooral een heel krachtig lied, volgde zijn grote doorbaak als zanger en winnaar van Festivalbar. Het nummer was eerst als b-kant bedoeld, maar gelukkig werd hij overtuigd dit nummer op de a-kant te zetten. Op hetzelfde moment scoorde ook Patty Pravo met het door hem geschreven ‘Il paradiso’.)
* Mi ritorno in mente (1969) (zijn eerste nummer 1-hit en ei zo na was ook dit nummer geen a-kant geweest. Het nummer is een flashback, het vertelt over de herinnering aan een voorbije liefde. Door het enorme succes werd in het buitenland een Engelse versie opgenomen door Love Affair, bekend van ‘Everlasting love’, maar het werd geen hit.)
* Anna (1970) (met deze nummer 1-hit sloot hij een topjaar 1970 af, waarin hij ook zijn laatste tournee deed. Met Mogol reed hij in de zomer een maand op een paard van Milaan naar Rome en hij maakte verslag daarvan in een tv-reeks. Het nummer ‘Anna’ is een kreet naar zijn ex-geliefde. Het werd één van de grootste hits van het jaar.)
* Emozioni (1970) (de tekst van dit nummer schreef Mogol tijdens de reis met het paard. Hij beschrijft de hevige emoties die hij toen voelde en hoe hij zich weer één met de natuur voelde. Met zestig muzikanten zaten ze in de studio. Het heel atypische begin van het nummer (een in Italië inmiddels historisch gitaarakkoord), de pathos, de manier waarop Battisti het zingt, …alle bij de opname van het nummer betrokkenen spraken daarna van een magische belevenis, uniek en heel emotioneel. Iedereen was van de kaart nadat het nummer gedaan was. Ze beslisten dan ook niets meer aan de opname te veranderen en het bij die ene definitieve opname te houden. De platenfirma wou er een b-kant van maken omdat het te moeilijk als single verkoopbaar werd geacht, maar Battisti hield voet bij stuk dat het een a-kant moest zijn. En zo werd ‘Emozioni’ een grote hit en later ook één van de meest gecoverde en meest geliefde Italiaanse nummers.)
* Pensieri e parole (1971) (geen gemakkelijke compositie van Battisti, waarvoor Mogol ook een zeer persoonlijke tekst schreef, waarin de artiest met zijn dubbelganger spreekt. Battisti stelde dit nummer op tv met een speciaal concept voor, waarbij hij zelf in de studio zong, maar hij de tweede stem vooraf had opgenomen in een filmpje. De platenfirma geloofde er niet in en vreesde voor een eerste flop van het duo Battisti/Mogol. Maar net als met veel van hun nummers, groeit ook dit nummer bij elke luisterbeurt. Het werd alweer een nummer 1 en zelfs de grootste hit van 1971.)
* La canzone del sole (1971) (het eerste nummer dat hij, na bijna twee jaar geduld, eindelijk op zijn eigen label kon uitbrengen. Het werd één van de grootste hits van 1972, een echte klassieker waarbij Mogol terugdenkt aan een liefde uit zijn jeugd. Het nummer bestaat maar uit drie akkoorden, het wordt vaak gebruikt in de eerste gitaarles, maar Battisti bouwde er wel drie melodielijnen rond. Hij nam het nummer ook in het Engels en Spaans op en het werd een paar jaar geleden nog gesampled door de populairste Zweedse zangeres Veronica Maggio. Ook de b-kant ‘Anche per te’ werd een heel bekend nummer.)
* I giardini di marzo (1972) (Mogol vertelde na de dood van Battisti dat hij altijd werd omvergeblazen door zijn talent en dat de melodieën, die hij hem aanreikte, zoveel in hem losmaakten dat de teksten vanzelf kwamen. De heren waren erg verschillend, maar ze voelden elkaar muzikaal perfect aan, waardoor het steeds leek of het één persoon was die de nummers maakte. In dit nummer denkt Mogol terug aan zijn jeugd, tussen twee oorlogen in, toen zijn familie in armoede leefde. Hij vergelijkt die tijd met de problemen waarmee hij kampte in de periode van het schrijven van dit liedje. Het nummer stond weken nummer 1 en ook het bijhorende album werd het op één na bestverkochte album van het jaar. Battisti stelde het nummer voor tijdens een tv-show, waarin hij ook samen met zangeres Mina, voor wie hij ook grote hits had geschreven, een medley van zes van zijn hits zong. Deze legendarische showcase was ook zijn laatste tv-optreden. Telkens wanneer Lazio Roma een thuiswedstrijd wint, weerklinkt dit nummer in het stadion, luid meegezongen door het publiek.)
* Il mio canto libero (1973) (heel melodieus nummer en in Italië nog steeds één van de populairste klassiekers. Stond negen weken op nummer 1 en het bijhorende album was het bestverkochte van het jaar. Mogol vertelt over de liefde, de vrijheid en de hypocrisie van de samenleving, die hij ervoer na zijn scheiding. In het Frans werd het een hit voor Hervé Vilard en tal van Italiaanse artiesten coverden het nummer, onder wie ook Laura Pausini samen met Juanes.)
* La collina dei ciliegi (1973) (heel mooi, rustig nummer met een prachtige opbouw, waarin het verhaal van twee geliefden wordt verteld. De hoofdpersoon nodigt zijn partner uit hem te volgen en samen alle moeilijkheden en onzekerheden te overwinnen, tegen vooroordelen in. Battisti en Mogol kregen de kritiek dat er een politieke betekenis in dit nummer zou zitten, maar beiden ontkenden dat en beweerden dat ze zich nooit politiek in hun liedjes wilden uiten. Het nummer stond op 1 op 10/11/1973 en bleef daar 12 weken plakken. Opnieuw dus een superhit en het bijhorende album, dat ook pas in november uitkwam, werd de nummer 2 van het jaar, na zijn album dat eerder dat jaar was verschenen.)
* Ancora tu (1976) (Battisti vertoefde een tijd in Amerika en wilde ook graag disco-invloeden in zijn muziek verwerken. ‘Ancora tu’ was daarvan het resultaat. Een echt dansnummer is het echter niet. In de tekst gaat de hoofdpersoon het gesprek aan met zijn ex-geliefde, van wie hij zelf de antwoorden geeft zoals hij ze zich verbeeldt. Het is het eerste Italiaanse nummer waarvoor een videoclip werd gemaakt. Het werd een bescheiden hit in Frankrijk en Wallonië en was in Italië de grootste hit van 1976. In die periode zat hij met zijn gezin ook vaak in Londen, toen hij Italië wou ontvluchten omdat de pers hem constant op de hielen zat en nadat zijn zoontje maar net aan een kidnapping was ontsnapt. Hij vreesde dat het opnieuw zou gebeuren.)





Extra clips: