Antonello Venditti werd in 1949 geboren in Rome. Hij leerde al heel vroeg piano spelen en begon op zijn veertiende nummers te schrijven. Hij ging naar de Giulio Cesare middelbare school, waaraan hij altijd zeer gehecht bleef en hij later zijn nummer ‘Giulio Cesare’ opdroeg. Zijn vader liep tijdens de Tweede Wereldoorlog een keelwonde op en daarover schreef hij het ironische ‘Mio padre ha un buco in gola’. Daarin schreef hij ook over zijn moeder die Latijn en Grieks gaf en naar wie hij verwees als ‘moederlerares’, omdat ze wel van hem hield, maar hem altijd maar 4 op 10 gaf. Ook ‘Het belangrijkste is dat je ongelukkig bent’, de titel van zijn latere biografie, was een citaat van zijn strenge moeder. Eind jaren ’60 studeerde hij af als advocaat en later doctoreerde hij ook nog.

Hij trok naar de Romeinse club Folkstudio, een in die tijd erg belangrijke plaats waar jonge muzikanten konden optreden en gelijkgestemden vonden. Daar raakte hij al meteen erg bevriend met Francesco De Gregori, die zijn eigen composities afwisselde met vertalingen van Leonard Cohen en Bob Dylan. Hij was erg onder de indruk van De Gregori en samen begonnen ze folknummers op te nemen. Dat resulteerde in 1971 in een album van het duo onder de naam Theorius Campus, met daarop het bekende ‘Roma capoccia’. Meteen daarna gingen ze elk hun eigen weg, maar bleven ze wel vaak samenwerken. Hij schreef nummers voor Mia Martini en er volgden een paar soloalbums, met toenemend succes en de hits ‘Campo dè Fiori’ in 1974 en ‘Roma (non si discute si ama) in 1975, ook het jaar waarin hij trouwde.

De definitieve doorbraak kwam er in 1976 met ‘Lilly’ en het gelijknamige album, allebei nummer 1 in Italië. Venditti is een echte Romein en heel sociaal bewogen. Hij trad ook een paar keer gratis op in Circus Maximus, schreef menig lied voor AS Roma en gaf in 2009 op oudejaarsavond een groot concert in het Colosseum. Hij doet veel voor het goede doel en laat zich ook politiek horen tegen extreemrechts. Sinds de doorbaak met ‘Lilly’ is hij één van de belangrijkste singer-songwriters van Italië waarbij in zijn teksten heel vaak niet makkelijk behapbare sociaal-politieke thema’s centraal staan. Zo ook het mooie ‘Lilly’, dat vertelt over een meisje met een drugverslaving dat overlijdt na een overdosis. Het nummer is gebaseerd op een meisje dat Venditti echt heeft gekend. 

…één van de belangrijkste singer-songwriters van Italië waarbij in zijn teksten heel vaak niet makkelijk behapbare sociaal-politieke thema’s centraal staan…


Andere toppers van Antonello Venditti:

Compagno di scuola (1976) (ook een bekend nummer uit ‘Lilly’, waarin hij herinneringen aan de middelbare school ophaalt. Het liedje werd gecensureerd wegens het stukje ‘een meisje dat zich aan iedereen gaf behalve aan jou’. Het zou uiteindelijk leiden tot een breuk met de platenfirma.)

Sotto il segno dei pesci (1978) (weer een superhit en een generatiehymne waarin de zanger over zijn vrienden van weleer zingt en wat er van hen is geworden. Daarbij heeft hij het ook over het feit dat sommigen van hen na al die jaren een deel van hun idealen zijn verloren en zich voor een stuk hebben laten verblinden door de commercie. Het album met dezelfde titel zag dat jaar alleen de soundtracks van ‘Grease’ en ‘Saturday night fever’ meer stuks verkopen.)

Buona domenica (1979) (opnieuw een nummer 1 en een nog steeds heel bekend nummer over een meisje dat op een zondagnamiddag zit te wachten op een telefoontje van haar vriend die niet van zich laat horen… Hierna nam Antonello een pauze van drie jaar. Hij scheidde en bekende later dat hij toen vocht tegen zelfmoordgedachten, die hij kon verdrijven met de hulp van zijn goede vriend Lucio Dalla. In die periode was de piano-ondersteuning op een nummer van Luca Barbarossa zijn enige wapenfeit.)

Notte prima degli esami (1984) (In 1982 kwam hij terug en richtte hij zijn eigen label Heinz op. In 1984 verscheen zijn album ‘Cuore’ met deze grote hit, een relaas over de avond voor een examen. Het begint met het verhaal rond het einde van een optreden met vier vrienden, onder wie Francesco De Gregori. Daarna volgt een opsomming van wat er tijdens die zomernacht allemaal gebeurt. Zo is er de ontmoeting tussen een jongen en een meisje, die elkaar een week niet hebben gezien, en heeft hij het over het nachtleven in Rome met sirenes, ambulances, ouders die wakker worden van hun huilende baby’s…, tot hij beseft dat hij voor een examen staat en alleen aan zijn meisje Claudia kan denken.) 

Ricordati da me (1988) (Nadat hij de soundtrack van de film ‘Troppo forte’ en het album ‘Venditti e segreti’ schreef, dat het op één na bestverkochte album van 1986 was, werd ook de opvolger ‘In questo mondo di ladri’ de tweede bestverkochte plaat van 1988. Hij paste zijn stijl een beetje aan, waarbij de piano meer naar de achtergrond verdween. Op zijn concerten had hij zichzelf steeds begeleid achter de piano, maar vanaf dit moment ging hij vooral staand zingen. Hij bracht ook meer ritme in zijn nummers.)

Amici mai (1991) (De politieke teksten lijken steeds verder weg in deze periode, maar het album ‘Benvenuti in paradiso’ was het bestverkochte album van 1991 en romantische nummers als ‘Amici mai’ werden klassiekers. Op dit album nam hij ook een cover van ‘Don’t dream it’s over’ van Crowded House op, met de toen onbekende zestienjarige Angelina Jolie in de videoclip.)

Che fantastica storia è la vita (2003) (Met dit gelijknamige nummer 1-album keerde Antonello terug naar het geluid van zijn beginjaren en nam hij ook opnieuw een duet met Francesco De Gregori op. In deze hit bouwt hij een hymne van het leven op aan de hand van vier verhalen. Het eerste gaat over hemzelf, daarna heeft hij het over een pas afgestudeerd meisje, vervolgens over Jezus en tenslotte over een Arabisch meisje dat in Italië toekomt op een boot.)


Extra clips: