Negen jaar voor Alan Sorrenti ging Nicola Di Bari naar het Songfestival. In 1940 werd hij als Michele Scommegna, als achtste en laatste jongen van tien kinderen, geboren in Zapponeta, bij Manfredonia. Als jongeman verhuisde hij naar Milaan waar hij het als zanger wilde maken. Aanvankelijk werkte hij voor een paar platenfirma’s. Hij koos zijn artiestennaam Nicola, ter ere van de patroonheilige aan wie hij was toegewijd. Hij won een zangwedstrijd en begon op te treden in clubs, terwijl hij overdag bleef werken. Platenfirma Jolly ontdekte hem, gaf hem een platencontract, maar liet hem intussen ook werken als magazijnier. In 1964 scoorde hij een eerste bescheiden hit met ‘Amore, ritorna a casa’ en in 1965 nam hij de eerste keer deel aan San Remo, waaraan hij een grotere hit ‘Amici miei’ overhield.

Ook in 1966 en 1967 stond hij op San Remo, maar met minder succes. Hij raakte toen ook bevriend met Luigi Tenco, van wiens liedjes hij later een heel album opnam als eerbetoon. Hij tekende een nieuwe deal met platenfirma RCA en nam vooral een aantal covers op. Zijn grote doorbraak volgde in 1970, toen hij tweede werd op San Remo. Aanvankelijk zou Gianni Morandi het door Di Bari en Mogol geschreven ‘La prima cosa bella’ zingen, maar Gianni trok zich terug. Daardoor koos Nicola ervoor het nummer zelf te zingen, toen in tandem met de nieuwe groep Ricchi e Poveri. 

…vervolgens won Nicola in 1971 zowel San Remo als Canzonissima, en won hij met ‘I giorni dell’arcobaleno’ San Remo het jaar nadien opnieuw…

Vervolgens won Nicola in 1971 zowel San Remo als Canzonissima, en won hij met ‘I giorni dell’arcobaleno’ San Remo het jaar nadien opnieuw.  Het was toen voor het eerst in zes jaar dat het winnende San Remo-lied ook naar het Songfestival werd gestuurd. Di Bari werd er mooi zesde en als ‘Le temps qu’il nous reste’ scoorde Nana Mouskouri er een hit mee in Wallonië en Frankrijk. Daarna waren de hits op één hand te tellen en stond hij ook al in 1974 voor de laatste keer op het San Remo-podium. Hij speelde in een paar films en ging zich helemaal concentreren op Latijns-Amerika, waar hij ook een carrière had uitgebouwd. In het begin van het nieuwe millennium kwam hij in Italië terug op de voorgrond doordat veel artiesten zijn nummers herontdekten en coverden. In 2010 verscheen ook de bioscoopfilm ‘La prima cosa bella’, met alle hits van Nicola op de soundtrack. Naast de originele versie van het nummer, werd toen ook de nieuwe versie van Malika Ayane in de film opgenomen.


Andere toppers van Nicola Di Bari:

Giramondo (1967) (Na de twee vroege successen en tijdens het wachten op de grote doorbraak in 1970 nam Nicola een aantal minder succesvolle singles op. Verstopt op de b-kant van een van die singles stond ‘Giramondo’. Het is een in Italië weinig bekend nummer, maar bij ons werd het een van de grootste Vlaamse hits aller tijden toen Rita Deneve er in 1971 ’De allereerste keer’ van maakte.)

La prima cosa bella (1970) (Nicola scoorde de vierde grootste hit van het jaar met dit nummer en ook de grootste San Remo-hit van 1970, in een uitzonderlijk sterk San Remo-jaar. Adriano Celentano won met ‘Chi non lavora, non fa l’amore’, voor Nicola en Ricchi e Poveri.  Iva Zanicchi en Sergio Endrigo werden derde met ‘L’arca di Noè’, Ornella Vanoni en Camaleonti vierde met ‘Eternità’ en Patty Pravo en Little Tony vijfde met ‘La spada nel cuore’. Het werden stuk voor stuk grote klassiekers. Ook Lucio Battisti heeft een credit op dit nummer. Hij liet Nicola een proefopname in zijn studio maken en speelde zelf ook mee gitaar. Omdat men het resultaat al goed genoeg vond klinken, bleef ook Battisti’s gitaar op de definitieve opname staan.)

Il cuore è uno zingaro (1971) (Het was een topjaar voor Nicola. Hij won San Remo met dit nummer, in tandem met Nada, die er ook een overtuigende versie van neerzette. Ook dit was een heel sterk San Remo-jaar met de superhits ‘Che sarà’ van José Feliciano en Ricchi e Poveri op 2, en ’4/3/1943’ van Lucio Dalla en Nuova Equipe 84 op 3. Deze single bezorgde Nicola ook veel succes in Latijns-Amerika en bij ons werd het in 1982 een hit voor John Terra als ‘Ik weet niet waarom’. In hetzelfde jaar won Nicola ook nog Canzonissima met een andere grote hit ‘Chitarra suona più piano’.)


Extra clips: