Cesare Cremonini werd in 1980 geboren in Bologna. Op zijn zesde ging hij piano leren en op zijn veertiende begon hij korte verhalen, gedichten en liedjes in een notitieboekje te schrijven. Zijn vader leerde hem Queen kennen, van wie hij een grote fan werd en waardoor hij na zijn uitgebreide interesse voor klassieke muziek ook rock en pop ontdekte.

Samen met vier andere jonge Bolognezen richtte hij in 1998 de groep Lùnapop op. Ze combineerden frisse Britpop met lichte, maar allesbehalve frivole teksten. Tot hun ontgoocheling geraakten ze niet door de San Remo-selectie, maar ze konden wel een eerste single ’50 special’ opnemen. Die sloeg in als een bom. Hoewel het nummer fris en vrolijk klinkt, schreef Cesare het toen hij zich slecht voelde en alleen de ritjes op zijn Vespa 50 door de Bolognese heuvels hem plezier brachten. Er volgden nog een paar grote hits, zoals ’Qualcosa di grande’ waarmee ze Festivalbar wonnen, en  ‘…Squèrez?’ werd het bestverkochte album van het jaar. Cremonini schreef alle nummers van het album tussen zijn 15 en 18 jaar en werd als boegbeeld van de groep hét idool van de jonge Italiaanse pop- en rockfans. Maar het bleef bij slechts één album, want in 2001 viel de groep uiteen en ging ieder zijn eigen weg. Bassist Nicola Balestri volgde Cesare in zijn solo-avontuur. 

In 2002 bracht Cremonini zijn debuut, ‘Bagùs’, uit, dat meteen een resem hits voortbracht en de eerste van veel volgende bestsellers werd. Voor zijn tweede album trok hij naar de befaamde Abbey Road Studio’s in Londen. Hij acteerde ook en schreef filmmuziek, waarvoor hij een Zilveren Lint, de jaarlijkse Italiaanse Oscar, won voor het nummer ‘Amor mio’, dat hij voor Gianni Morandi schreef voor de film ‘Padroni di casa’. Hij bracht eerbetonen aan Lucio Battisti, Luca Carboni, Lucio Dalla en Max Pezzali, en schreef twee boeken. In 2007 publiceerden een paar toonaangevende kranten artikels van hem, veelal aanklachten tegen de politici van die tijd.  

…onderneemt hij als een van de populairste Italiaanse artiesten van de voorbije twintig jaar ook grote tournees langs alle belangrijke Italiaanse stadions…

Hij wisselt zijn vaak Brits getinte popsongs af met intieme ballads, in de beste traditie van de singer-songwriters, met vaak dromerige en geïnspireerde teksten. Hoewel hij in het begin liefst in kleinere theaterzalen optrad, onderneemt hij als een van de populairste Italiaanse artiesten van de voorbije twintig jaar ook grote tournees langs alle belangrijke Italiaanse stadions, met extra aandacht voor zijn thuishaven Bologna. In 2022 stond hij voor de eerste keer op het podium van San Remo. Hij was eregast en bracht er een medley van zijn grote hits.


Andere toppers van Cesare Cremonini:

Vieni a vedere perché (2002) (top 3-hit uit zijn eerste album ‘Bagùs’, Indonesisch voor iets moois en positiefs. In dit nummer zingt hij over het gebrek aan liefde en het lijden, dat dat met zich meebrengt. Als je op zoek gaat naar de verborgen, diepe, zelfs romantische kant van alle dingen, dan kan je volgens hem echter overal liefde in ontdekken en herbeleven.)

Marmellata #25 (2005) (lead-single uit zijn tweede album ‘Maggese’ en een van zijn grootste klassiekers. Hij schreef het nummer, toen hij net was verlaten door zijn vriendin. Het gaat over het einde van de onschuld, waarbij hij een pot jam verslond om het verlies te verwerken en hij ook het gelukkig alleen-zijn herontdekte. #25 slaat op de leeftijd die hij toen had. De clip werd opgenomen in zijn eigen huis en in de straten en parken van Bologna.)

L’altra metà (2009) (laatste single uit ‘Il primo bacio sulla luna’, waaraan hij een grote stadiontoer koppelde terwijl hij op dat moment ook zijn eerste autobiografie uitgaf.)

Hello! / Mondo (2010) (Om 10 jaar carrière te vieren lanceerde Cesare een compilatie met zijn hits, waaronder ook die met Lùnapop, een album dat meer dan drie jaar in de Italiaanse charts bleef hangen. Er stonden ook twee nieuwe nummers op de plaat. Grote hit ‘Mondo’ is een duet met Jovanotti. Hij schreef het lied oorspronkelijk voor Gianni Morandi, maar hield het uiteindelijk toch voor zichzelf. ‘Hello!’ nam hij op in duet met Malika Ayane, met wie hij toen een koppel vormde. Het is een lied over liefde en absoluut vertrouwen. Hij vroeg Malika om op die manier het anders alleen mannelijke standpunt in het nummer mee om te zetten in een dialoog.)

La nuova stella di Broadway (2013) (grootste hit en klassieker uit topalbum ‘La teoria dei colori’. Hij liet zich hiervoor inspireren door de filmmusical ‘Chicago’, met Richard Gere. Een mooie, ambitieuze jazzdanseres, die ervan droomt een Broadway-ster te worden, beleeft een opwindende nacht met een New Yorkse zakenman, niet vies van een avontuurtje meer of minder. De ochtend nadien lijkt ze echter in het niets te zijn verdwenen. Cesare laat de luisteraar in het gewisse over hoe het met hen afloopt.)

Logico #1 (2014) (grote hit en lead-single uit zijn gelijknamige nummer 1-album. De song werd daarna ook het thema van de bekende Cornetto-ijsjes.)

Nessuno vuole Robin (2018) (hit uit nummer 1-album ‘Possibli scenari’, waarop de nummers gemiddeld langer duren en hij verscheidene genres in zijn muziek verwerkte, zoals jazz, elektropop en funk. Er was echter ook plaats voor ballads en dit voorbeeld beschouwt hij zelf als een van zijn favoriete songs.)


Extra clips: